Skip to main content
Afbeelding: Leden van zijn cabaretgroep de Gemeentereiniging zingen een afscheislied voor Jan Troost.

Jan Troost, en 50 jaar belangenbehartiging

| Gerard Nass

Zaterdag 22 april was de ‘Prématorium party’ van Jan Troost, 50 jaar belangenbehartiger voor mensen met een beperking. Jan is 65, zit in een rolstoel, gaat dood en verzon bij leven zijn eigen begrafenis. Wanneer je weet hoe dat leven er uit zag past het perfect. Het was een gedenkwaardige middag, eerst een beetje onwennig maar uiteindelijk, uitbundig, levenslustig met een lach en een traan en vooral veel solidariteit en liefde. Dit tekent de mens Jan Troost en zijn afscheidsmiddag in de Lindenberg maakte de cirkel rond. Het was namelijk ook de plek waar in 1972, op zijn 14e jaar, zijn strijd voor een toegankelijke maatschappij voor mensen met een beperking begon.

Jan zou niet ouder worden dan 21 jaar. Wilskracht zorgde voor een rijk leven van genieten en hard werken ondanks veel pijn en lichamelijk ongemak. De middag in de Lindenberg gaf in vogelvlucht een overzicht van 50 jaar belangenbehartiging. Het was ook een reünie met vrienden, met en zonder rolstoel. Die vriendschappen waren, want Jan nam zoals gewoonlijk zelf het laatste woord, de basis van zijn geloof en leven.

Gedenkwaardige middag

Maar daarover later meer. De Gelderlander had het over een bizarre middag en dat is begrijpelijk. Een entree met na zijn vaste accordeonist, boezemvriend en strijdmakker Ruud, een doodskist, is niet alledaags. Het was dezelfde kist waarmee in 2011 als waarschuwing het Persoons Gebonden Budget (PGB) ten grave werd gedragen. Dat PGB was eén van de belangenrijke resultaten van decennia politieke strijd. Achter de kist kwam Jan in zijn ziekenhuisbed, begeleid door zijn vrouw en beide kinderen.

Eerste gast was de Nijmeegse burgemeester Bruls die Wijchenaar Troost een Waalbrugspeld op zijn shirt, waarop de tekst ”activist in de kist”, prikte. Het was niet de laatste onderscheiding die middag. Eerder werd al het plein van de Lindenberg naar hem vernoemd. Daarnaast kondigde IederIn, de landelijke belangenkoepel en rechtsvoorganger van de CG -Raad waarvan Jan van 1995 tot 2004 directeur was, de jaarlijkse “Troostlezing” aan.

Daarvoor had vriendin van het eerste uur, Gerda Polman de spits afgebeten. Vanaf hun gezamenlijke tijd op de Sint Maartenkliniek was zij, naar eigen zeggen, gestopt met ‘een angstig vogeltje‘ te zijn. Het was een rode draad die middag; mensen die vertelden hoe zij door Jan geïnspireerd werden en hoe hij hen sterker maakte. Ook Robert’s Long songtekst ‘Als ik er niet meer ben’, kwam voorbij want ‘Magere Hein’ stond altijd om de hoek. Wedden om een kratje bier wie het eerst zou gaan was ook een manier om daar mee om te gaan.

De wereld in

Nellie Snels de Rom, de blonde stagiaire uit hoofdstuk 12 van de vorige jaar verschenen biografie ‘Troost over Leven’, haalde herinneringen op aan het carnaval in Maastricht 1976 dat wat het zooitje ongeregeld op wielen op de bonnefooi ondernam. Jan werkte destijds bij de Werkgroep Integratie Gehandicapten (WIG). Het leven werd ook daar gevierd.

Dochter Jetske vertelde over dat leven en over de laatste maanden van schrijven, archiveren en ordenen van “miljarden interviews, films en foto’s. Daarvan staat trouwens al een aanzienlijk deel op de website ‘Troost over leven’. Het ging ook over haar vader zijn laatste maanden en het gedoe met rigide zorgsystemen. De kanker kreeg zijn karakter niet kapot en de regels en bureaucratie uiteindelijk ook niet. Of om met Jetske te spreken: “met maar 1% van jouw positiviteit en levenslust zou de wereld een veel mooiere plek zijn”.

De tot dan toe schuchtere zaal kwam daarna voor de eerste keer los met de meezinger van zoon Ivar ook een verdienstelijk zanger. Hij bracht eén van de liedjes van ‘de Gemeentereiniging’, de cabaretgroep van Jan en zijn makkers ten gehore, waarmee zijn vader menig actie opluisterede.

Actievoerder en diplomaat

Lachen en huilen werd het met VCP-strijdmakker Geert Bakker. Daarmee runde Jan begin deze eeuw een netwerk van lokale gehandicaptenplatforms. Via een serie petten, een van Jan’s zijn grote hobby’s, en op rijm voerde hij de stoere, lol trappende, altijd kind gebleven, theater makende en oudere jongere Troost tot leven. De opheffing van hun club in het 2e jaar van Rutte I, was een kantelpunt na een dikke 30 jaar vooruitgang voor mensen met een beperking. In deze tijd van marktdenken, startte Jan ‘Terug naar de Bossen’. Mede- actievoerder Harry Schreurs haalde herinneringen op aan de logeerpartijen en het samen op bed een portje drinken “met jouw beugels op mijn prothesen”.

De politiek was nooit ver weg, zeker niet in de laatste 20 jaar die in het teken stonden van de invoering van het ‘VN Verdrag voor mensen met een beperking’. Zo was er de serie landelijke congressen ‘Gelijk=Gelijk’, geïnspireerd op van Kooten en de Bie’s ‘geen gezeik iedereen rijk’. Medeorganisator en VVD-er Alexander van de Kerkhof, illustreerde ludiek hoe Jan altijd het geneuzel over deelbelangen wist te overstijgen. Dat werd ook duidelijk met nog een prijs die middag. Van zijn huidige werkgever en rechtsopvolger van het WIG, het Zelfregie Centrum Nijmegen (ZRCN), kreeg hij als “monument en de meeste bereikbare mens op aarde” de Toegankelijkheidsprijs. Jan was inderdaad, naast aanwezig, altijd bereikbaar.

Met het motto, niks dan goed over de doden maar wat over de levenden?, kreeg Nijmeegs gemeenteambtenaar Vincent Meijer, de lachers op zijn hand. Hij beschreef het ijdele, irritante, intimiderende en theatrale mannetje dat Troost ook was. En hoe dit vruchtbare eigenschappen waren omdat zichtbaarheid en aandacht zo belangrijk zijn om dingen voor elkaar te krijgen. Marie Sanders, mede- blogger van ‘Troost & Sanders’, en degene waarin Troost stiekem zijn opvolger ziet, legde uit waarom zelfverklaard historicus Troost onmisbaar is als je iets wilt begrijpen van de laatste 50 jaar handicap en activisme.

Veel bereikt

Laatste spreekster was Agnes van Wijnen, drijvende kracht achter het VN-verdrag, Jan zijn belangrijkste activiteit de laatste 20 jaar. Zij was beleidsmedewerkster bij de CG-Raad waar Jan terecht kwam nadat hij in 1995 landelijke bekendheid had gekregen met zijn acties voor de rolstoel toegankelijke Nijmeegse 4-daagse. Met zijn volgens van Wijnen “creatieve niks is te gek- insteek” zorgde de ‘generaal en Robin Hood” voor het verbod op discriminatie in het Wetboek van Strafrecht. Grootste verdienste is de uitbreiding van Artikel 1 van de Grondwet dit jaar. Daardoor is discriminatie op basis van handicap nu officieel verboden. Het is tekenend voor de manier waarop Troost van de nood een deugd wist te maken. De ‘Holle diamant’ , het boek waarin Wim Rietdijk in 1999 pleitte voor euthanasie en abortus van ‘geestelijk en lichamelijk onvolwaardigen, waren de aanleiding voor deze wetswijzigingen. Van Wijnen zet via het ‘Kreukelcollectief’ het werk van Jan als beheerder van de gehandicaptengeschiedenis voort.

Laatste woorden

Het laatste woord was vanzelfsprekend aan Jan Troost zelf. Het ging over liefde, geloof, dromen en vrienden. Als eerste zijn grote liefde en beschermengel Paula die je, zo bleek uit eerdere bijdragen, maar beter niet als vijand kan hebben. Hij had het -ik ben links ik geef het nu toe- over de kans voor iedereen om mee te kunnen doen en het belang van vrienden en sprak als trotse vader over zijn kinderen waarbij hij dochter Jeske, met dezelfde broze botten als hij, op de valreep nog zijn “Broeder Tuck Award” toekende. En hoe hij, niet religieus, toch verwacht daarboven die geliefde vriend en strijdmakker, Jeroen -wij waren samen de lamme en de blinde- terug te zien met zijn overleden zoons met Samme en Jelte in diens armen. Als afsluiting die middag drinkt hij na maanden én via zijn sonde, een glaasje port en roept ‘wauw’.

Tenslotte

Wonderbaarlijk wat er allemaal in een mensenleven past en het was ook nog maar een kleine selectie bloemlezing. Troost zijn persoonlijk- en werkzame leven vielen altijd met elkaar samen. Hij was altijd toegankelijk, behalve voor de ‘doelgroep’ ook voor alle Jantjes en Truusjes, wat een onderscheid is dat vaak over het hoofd wordt gezien. Groot waren ook zijn principes, als bestuurder heeft hij zich niet, zoals zoveel actievoerders uit de jaren ’70, laten verleiden door invloed en de macht.

Jan hield, als de levensgenieter die hij ook was, kantoor in de kroeg want het leven werd ook gevierd. Maar hij reed in zijn laatste levensdagen ook nog naar de Tweede Kamer om aandacht te vragen voor een ‘inclusieve samenleving’. Jan was ook een slimme strateeg die, zoals Frank Heinen in de Volkskrant schreef, als geen ander ‘het dieper weten van iemand met een beperking wist over te brengen aan mensen die de wereld inrichten. Daarmee heeft hij ‘het denken over beperkingen verder gebracht dan een uit het hoofd geleerde les’.

Het gat dat hij achter laat is groot, zeker nu mensen met een beperking, zoals hij zelf zegt, weer terug dreigen te gaan naar de liefdadigheid. Jan kon, schijnbaar zonder frustratie, met iedereen overweg omdat hij bij iedereen ook de goede kanten zag. Zo wist hij altijd weer vooruitgang te boeken en bleek hij een bindende kracht voor de meest uiteenlopende groepen mensen.

Mensen hielden van Jan en Jan hield van mensen. Dat moet te maken hebben met zijn jeugd. Al vroeg geconfronteerd met de dood heeft hij beseft hoe betrekkelijk het leven is en geleerd de hoofd- van bijzaken te onderscheiden. Die levenswijsheid zorgde voor zelfkennis, slimmigheid en maximaal woekeren met talenten. Uiteindelijk is wat Jan achterlaat een boodschap van hoop, solidariteit en liefde en een oproep om elkaar vast te houden en verder te gaan.

Tango

Tango met de dood van Herman van Veen, via beeldvideo 22 april ook nog present, was een van zijn lievelingsliedjes omdat ‘de dood iets is wat op de een of andere manier mijn hele leven achtervolgd heeft’.

Een tango met de dood/ tango met de dood/Je vraagt je wel af: Hoelang duurt nog die muziek?

Wie er leeft, wandelt vrij op het water/ Wie er leeft, balanceert langs de goot/ In de warme moederschoot/huizen de grijsaard en de dood.

Als de dans voor mij voorbij is/ staat er op mijn graf een steen/ en daarop staat dan te lezen/ Kan een tango ook alleen?

Vaarwel Jan bedankt voor alles en Proost Troost, ik neem er een portje op nu het klaar is, misschien wel 2.

Gerard Nass

Nijmegen, 14 mei 2023